Tssss tssss…

Dat hondenfluisteraar Cesar Millan erg populair is, is geen nieuws. Dat steeds meer katteneigenaren naar zijn programma kijken en zijn technieken gaan toepassen, is op zijn zachtst gezegd verontrustend.

Calm and submissive? Ik?
Calm and submissive? Ik?

Over de ideeën en therapiemethoden van Cesar Millan is een half internet volgeschreven. Ik ga deze discussie niet dunnetjes overdoen, er zijn anderen die daar zorgvuldig en wetenschappelijk verantwoord over geschreven hebben.
Wat me echter verbaast is het aantal katteneigenaren dat verslaafd is aan het programma. Als ik op huisbezoek kom bij een kat en ik zie een priemende vinger van de eigenaar, begeleid door ’tssss tsss’, dan weet ik genoeg. Aanvullend wordt er nog behulpzaam uitgelegd dat de kat erg dominant is en dat men zo veel geleerd heeft van de ‘uitstraling’ van Millan.

Kun je de technieken van Millan toepassen op een kat? Nee, want om maar eens een cliché te gebruiken: een kat is geen hond.
Een kat is van oorsprong een solitair dier en kent geen dominantie (honden ook niet, maar dat is een andere discussie). Een gemiddelde kat krijgt een lachstuip van de uitdrukking ‘calm and submissive’.
Straffen werkt bij een kat nauwelijks: het kan hoogstens leiden tot meer angst of juist agressief gedrag, geen van beide effecten waar je als eigenaar op zit te wachten.

En hoe zit het dan met zijn beroemde ‘uitstraling’? Een van de weinige positieve dingen die ik over Millan kan zeggen, is dat hij daarin absoluut gelijk heeft: wat je als eigenaar uitstraalt, heeft zeer zeker effect op hoe je dier zich gedraagt, of dat nou een kat of hond is.
Maar er komt meer bij kijken, uitstraling alleen is niet genoeg. Hoe meer je met je eigen ego bezig bent, hoe minder oog je hebt voor je dier. Ik heb uitzendingen van Millan gezien waarin hij flink gebeten werd door een hond en vervolgens opmerkte ‘I did not see THAT coming’. Nee, als je niet écht naar het dier kijkt, mis je signalen.

Als kattengedragsdeskundige besteed ik een groot deel van een consult aan het inzichtelijk maken van kattengedrag, hoe het komt dat kat en baasje elkaar zo slecht begrijpen en hoe dat onbegrip kan leiden tot stress, sproeien of onzindelijkheid. Misverstanden zijn nu eenmaal belangrijke oorzaken van probleemgedrag bij katten. Die neem je niet weg door jezelf als een ‘pack leader’ op te stellen. Dus: vergeet Millan.

Mijn advies: kijk goed naar je kat, luister en leer!!!!

Foto: Philppe Wyssens Flickr Creative Commons

3 gedachten over “Tssss tssss…”

  1. Een kat is geen hond. Inderdaad. Zo is een kattengedragsdeskundige ook geen hondengedragsdeskundige. Op Cesar afgeven zou ik als kattengedragsdeskundige dus ook niet doen. Ik kan hier wel onderuit halen wat je over hem schrijft (want het berust op onwaarheden) maar daar gaat het hier niet om. Ik wil alleen maar zeggen: schoenmaker, hou je bij je leest!
    Ik zou ook niemand aanraden Cesar’s technieken toe te passen op een kat, maar dat neemt niet weg dat er toch ook overeenkomsten zijn bij tussen beide diersoorten en hun gedragingen, net zo goed als dat er overeenkomsten zijn tussen hun gedragingen en die van de mens. Sommige gedragingen zijn min of meer universeel.
    Er is echter één essentieel verschil tussen hond en kat en door dat verschil is Cesar’s methode dus (meestal) niet geschikt voor katten. Dat verschil zit ‘m in het woordje “leiding”. Een hond heeft behoefte aan leiding – zonder dat ontspoort hij vroeg of laat. Een kat heeft niets met leiding, dat zit gewoon niet in zijn systeem.
    Waar een kat vooral behoefte aan heeft is begrip. Begrip voor wat een kat is en wat een kat nodig heeft. Krijgt hij die niet, dan ontspoort hij vroeg of laat.
    In navolging van de dogwhisperer is er tegenwoordig ook een kattenfluisteraar op de tv: Jackson Galaxy (http://jacksongalaxy.com/). Ga je de twee heren vergelijken, dan zie je ook een totaal verschillende aanpak van de problemen. Bij Jackson gaat het bv nooit om “rules, boundaries and limitations”. Integendeel. Bij Jackson komt het er meestal op neer dat de kat juist meer “ruimte” moet krijgen. Daarmee bedoel ik niet een groter huis, maar meer ruimte om kat te kunnen zijn. Mogelijkheden om te klimmen, te krabben, te jagen, te rennen, te ontdekken – mogelijkheden om zijn energie kwijt te kunnen. Krijgt de kat die voor hem essentiële zaken niet, dan gaat hij ze zelf creëren en dan is de bank een fijne krabplek en de eigenaar een geweldige prooi. Dat los je niet op door dat te verbieden, dat los je op door alternatieven te geven. Bij de hond is dat ook wel zo, maar die moet daar dan een leider bij hebben om hem richting en grenzen te geven. De kat niet. Geef hem wat hij nodig heeft en hij is uitstekend in staat zelf zijn weg te vinden. Hij zal grenzenloos gelukkig zijn ;-).

    1. Cari, ik heb geen enkele behoefte om op Millan ‘af te geven’. Ik zoek in mijn blog naar achtergronden en informatie, ik wil discussies voeren op basis van argumenten. Helaas valt er over Millan weinig te discussiëren omdat het vrijwel nooit gaat waar het over moet gaan, namelijk het correct toepassen van leerprincipes en therapiemethoden.
      Ja, er zijn overeenkomsten tussen hond, kat en mens en alle andere diersoorten onderling. Niet de gedragingen zijn universeel, de leerprincipes die er aan ten grondslag liggen (straf, beloning) zijn dat wél. En het correct toepassen van die leerprincipes wordt bepaald door de diersoort waar je mee werkt.

      Verder zijn we het helemaal eens, want jij vertelt in je reactie precies datgene wat ik ook zeg in mijn blog: ik vraag de eigenaar om naar zijn/haar kat te kijken en begrip voor het dier op te brengen, om zich niet op te stellen als een leider.
      Jackson Galaxy is een goed voorbeeld van iemand die zich verplaatst in de leefwereld van de kat, daarom zijn z’n adviezen ook zo ontzettend goed.

Reacties zijn gesloten.